Het is belangrijk dat we op korte termijn besluiten nemen over de inrichting van het rivierengebied. De gevolgen van erosie zijn nu namelijk al merkbaar. Het uitschuren van de rivierbodem heeft grote gevolgen voor landbouw, natuur, scheepvaart en vormt een risico voor funderingen van gebouwen. Als we niet ingrijpen, worden deze gevolgen alleen maar groter. Daarom wordt besloten op welke plekken de gevolgen van erosie verminderd kunnen worden.
Dit kan op verschillende manieren. Met suppletie vul je de bodem die is uitgesleten op door sediment (zoals grind of zand) te storten. Deze methode helpt alleen niet om erosie ook in de toekomst te voorkomen. Daarom wordt er ook gekeken naar maatregelen om de vorm van het rivierbed aan te passen. Hiervoor wordt het meergeulenconcept onderzocht. Met een meergeulenconcept wordt de hoofdgeul versmald. In de uiterwaard of op de plek van de kribben wordt vervolgens een geul aangelegd. Hierdoor is er voldoende vaardiepte bij laagwater en wordt de erosie minder bij hoogwater, wanneer de kracht van het water het grootst is.
Ook is het belangrijk dat we nu een besluit nemen over de ruimte die we moeten reserveren voor de rivier, zodat we voorbereid blijven op hoogwater. Door nu de ruimte te reserveren zijn we er zeker van dat we de maatregelen die we in de toekomst moeten nemen, ook kunnen nemen. Hierbij kijken we vooruit naar 2100 en zelfs 2200. Mogelijk is hier ook binnendijkse ruimte voor nodig. Binnen het besluit dat we in 2026 nemen, kijken we ook naar de huidige binnendijkse ruimtereserveringen en of deze moeten blijven bestaan of komen te vervallen. Het is mogelijk dat er nieuwe reserveringen bijkomen. In 2026 besluiten we nog niet over welke maatregelen precies genomen worden om meer ruimte te creëren voor de rivier op de lange termijn. We reserveren alleen de ruimte, zodat toekomstige maatregelen mogelijk blijven.
Bij de twee besluiten houden we rekening met:
- Een veilige waterafvoer, ook bij hoogwater;
- De beschikbaarheid van zoetwater, onder meer voor drinkwater;
- Natuur en ecologische waterkwaliteit;
- Bevaarbaarheid;
- Regionale economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit.