2024 - 2029 | Eerste fase RvdR 2.0
De komende jaren tot 2029 werkt RvdR2.0 aan een nieuwe, toekomstbestendige inrichting van het rivierengebied. De basis hiervoor zijn aan nieuw rivierenbeleid, met als basis twee nationale beleidskeuzes voor afvoercapaciteit en bodemligging. Hiermebije brengen we ook in beeld welke ruimte rivieren binnen- en buitendijks nodig hebbenbuiten- én binnendijks nodig is en stellen we een pakket van maatregelen samen. Die maatregelen en acties leggen we vast in zogenoemde uitvoeringsstrategieën, die we in de tweede fase van RvdR 2.0, vanaf 2029, uitvoeren. In de eerste fase van RvdR2.0 werken we ook uit hoe we in de uitvoering efficiënt integraal samenwerken, (inter)nationaal en regionaal.
2025 | Vaststelling Programma Integraal Riviermanagement*
- vaststelling door minister van Infrastructuur en Waterstaat; in overeenstemming met de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO).
- publicatie Reactienota Programma IRM.
*Ruimte voor de Rivier 2.0 is het vervolg van het programma Integraal Riviermanagement, de vaststelling van het programma IRM vormde het startpunt voor Ruimte voor de Rivier 2.0.
2026 | Besluit twee beleidskeuzes
In 2026 nemen we besluiten over twee beleidskeuzes, de beleidskeuze rivierbodemligging en sedimenthuishouding (hierna ‘rivierbodem’) en de beleidskeuze afvoercapaciteit en ruimtelijke maatregelen (hierna ‘afvoer en ruimte’). Met de beleidskeuze rivierbodemligging besluiten we over de maatregelen die nodig zijn om nu en voor de toekomst de erosie van de rivierbodem te stoppen en de rivierbodem waar nodig op te hogen. We zetten daarna direct de eerste stappen om de uitvoering hiervan voor te bereiden. Dit krijgt prioriteit, omdat de gevolgen van de erosie nu al merkbaar zijn. De beleidskeuze gaat over het volgende:
- Een concrete doelstelling over de na te streven rivierbodemligging en een overzicht van oplossingen per riviertraject van de Maas en Rijn waarmee we de rivierbodemligging realiseren. Denk aan een combinatie van suppletie om (diepe) erosiekuilen te vullen de aanleg van nevengeulen en langsdammen. Deze laatste twee maatregelen helpen allebei om de erosieve kracht van het water te verminderen.
- Inzicht in wat het effect van deze oplossingen is op alle rivierfuncties en waar deze oplossingen kunnen bijdragen aan bijvoorbeeld zoetwaterbeschikbaarheid en natuurontwikkeling. Concreet geven we hierbij aan welke maatregelen nodig zijn om de gewenste waterverdeling bij laagwater te realiseren. Besluitvorming over deze gewenste laagwaterverdeling wordt voorbereid door het Deltaprogramma Zoetwater.
De beleidskeuze afvoer en ruimte gaat over hoeveel ruimte rivieren binnen- en buitendijks nodig hebben. De beleidskeuze bestaat uit de volgende onderdelen:
- Een adaptieve strategie Afvoer en Ruimte, waarmee we aangeven welke aanpassingen aan de inrichting van het riviersysteem de voorkeur en prioriteit hebben om met hoog water om te gaan. In deze strategie staan de belangrijkste knelpunten en het type benodigde maatregelen per riviertraject
- Een verdere aanscherping van de (binnendijkse) ruimtevraag en duidelijkheid over de bestaande Bkl-reserveringen.
De gebiedsuitwerkingen Splitsingspuntengebied en Gemeenschappelijke Maas leveren belangrijke beslisinformatie uit de regio op voor de nationale beleidskeuzes. In de gebiedsuitwerkingen worden de te nemen beleidskeuzes getoetst aan de lokale context en wordt onderzocht welke kansen er liggen om integraal opgaven op te pakken. Na besluitvorming in 2026 over de beleidskeuzes worden voor de gebiedsuitwerking de volgende stap richting uitvoering van projecten gezet.
Voor integraal samenwerken wordt tot en met 2029 gewerkt aan het volgende:
- Een aanpak voor integraal gebiedsgericht samenwerken, met onder andere spelregels (financiering en procedures) om sectorale programma’s beter op elkaar af te stemmen.
- uitgewerkt werkproces voor de samenwerking met Duitsland en België.
- versterkt praktijknetwerk: netwerk gericht op leren en samenwerken.
In 2029 ligt er vervolgens een herijkt programma onder de Omgevingswet RvdR 2.0 met:
1. De in 2026 opgeleverde beleidskeuzes met ruimtevraag, uitgewerkt in concrete en onderbouwde maatregelpakketten voor de eerste zes jaar (2030-2035), inclusief de benodigde ruimte met eventuele nieuwe Bkl-reserveringen (Besluit kwaliteit leefomgeving);
2. Uitvoeringsstrategieën voor Rijn, Maas en nationaal;
3. (Inter)nationale afspraken over onder andere integrale programmering, financiering en prioritering voor verdere samenwerking.
Vervolgens gaan we gefaseerd werken aan de uitvoering van deze maatregelen. Dit lijkt misschien ver weg, maar het zijn ingrijpende maatregelen die we goed moeten voorbereiden en afstemmen. Dit vraagt tijd. Ondanks dat we nu nog in de voorbereidingsfase zitten, wordt er bij onder meer de Meanderende Maas, Arcen en Vierwaarden als onderdeel van een gebiedsontwikkeling met regionale partners, al gewerkt aan rivierverruiming met het gedachtegoed van Ruimte voor de Rivier 2.0.