Ruimte voor de Rivier 2.0 werkt aan een toekomstbestendige inrichting van het rivierengebied. In het rivierengebied gebeurt veel. Het gebied is belangrijk voor de natuur, scheepvaart, landbouw en veel andere sectoren. En tegelijkertijd is de ruimte voor nieuwe ontwikkelingen in en rond het rivierengebied schaars. De keuzes voor Ruimte voor de Rivier 2.0 hebben impact op al deze belangen. Daarom vinden we het van belang de omgeving van het programma zo goed mogelijk op het juiste moment en op de juiste manier te betrekken. De afgelopen tijd organiseerden we riviertakbijeenkomsten, gingen we in gesprek met gemeenten en vond er een consultatie plaats van maatschappelijke organisaties.

Bijeenkomsten per riviertak voor regionale overheden

In oktober en november dit jaar organiseerden we samen met de Deltaprogramma’s Rijn en Maas meerdere bijeenkomsten per ‘riviertak’: voor de Maasvallei, Bedijkte Maas, Waal, IJssel en Nederrijn-Lek. We deden dit voor regionale overheden: riviergemeenten, waterschappen en provincies. Tijdens de bijeenkomsten presenteerden we de voorlopige onderzoeksresultaten voor de beleidskeuzes Afvoer en Ruimte en Rivierbodem. We gingen in gesprek over kansen, knelpunten en de mogelijke effecten van de beleidskeuzes. En we legden uit wat het ‘hebben’ van een ruimtereservering (Bkl-reservering) in een gemeente betekent en wat het betekent als er nieuwe reserveringen bijkomen. Voor de Rijntak-bijeenkomsten was de bijeenkomst onderdeel van een bredere conferentie, waarbij het tweede deel in het teken stond van het Regionaal Perspectief Rijngebied.

In gesprek met gemeenten

We deelden tijdens de bijeenkomsten voorlopige onderzoeksresultaten over de benodigde ruimte die de rivier in 2100 en zelfs 2200 nodig zou hebben, in verschillende klimaatscenario’s. Het delen van deze onderzoeksresultaten doen we best vroeg in het proces. Dat werd gewaardeerd door de deelnemers. Voor een aantal gemeenten kan het besluit dat medio volgend jaar genomen wordt, betekenen dat er een binnendijkse reservering in hun gebied komt te liggen. Of blijft liggen, in het geval van een bestaande Bkl-reservering. Gemeenten gaven dan ook tijdens de bijeenkomsten aan nauwer betrokken te willen worden bij de besluitvorming. Om uitgebreider te kunnen reageren op de onderzoeksresultaten en mee te denken over wat het perspectief is voor onder andere inwoners en bedrijven in een (toekomstig) reserveringsgebied. Dit is een signaal dat we serieus nemen, door met de betreffende gemeenten in gesprek te gaan de komende tijd en hun reacties gebundeld aan de stuurgroep aan te bieden.

Advies van het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL)

We betrekken ook maatschappelijke organisaties. Het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL) organiseert twee bijeenkomsten in december 2025 en januari 2026, geleid door een onafhankelijk voorzitter. Deelnemers bespreken daar de mogelijke effecten van de beleidskeuzes op het rivierengebied en geven aanbevelingen voor het vervolgproces.

Inbreng van de omgeving in de besluitvorming

Alle inbreng uit de regionale bijeenkomsten, gesprekken en de OFL-consultatie verwerken we in een perspectievennotitie. Deze notitie beschrijft hoe de omgeving is betrokken, wie heeft deelgenomen en wat de resultaten zijn. De stuurgroep van Ruimte voor de Rivier 2.0 ontvangt deze notitie in februari 2026, naast andere beslisinformatie zoals onderzoeksresultaten. Wanneer de stuurgroep tot een conclusie is gekomen over de voor te stellen beleidskeuzes, beschrijven we in de perspectievennotitie ook wat er uiteindelijk is gedaan met de inbreng uit het participatieproces.

Contact

Voor vragen over het omgevingsmanagement is Koen van Bezu, omgevingsmanager van het programma, bereikbaar via info@ruimtevoorderivier.nl.