Gebiedsuitwerking Gelderse Poort van start

Ruimte voor de Rivier 2.0 gaat de regio in. In het splitsingspuntengebied Gelderse Poort praten overheden en belangenorganisaties mee over mogelijke gevolgen van de beleidskeuzes waar nu aan gewerkt wordt. Op het startsymposium op 7 juli werd het gesprek over lokale kansen en dilemma’s afgetrapt.

Zo’n vijftig mensen kwamen bij elkaar in de oude steenfabriek de Panoven bij Zevenaar om te horen hoe de gebiedsuitwerking gaat verlopen. Onder hen ook bestuurders van gemeenten, de provincie, waterschappen en Rijkswaterstaat. De behoefte aan duidelijkheid over keuzes in het rivierengebied is groot. Ruimte voor de Rivier 2.0 kijkt naar de lange termijn, maar veel ruimteclaims spelen nu al.

De gebiedsuitwerking is onderdeel van Ruimte voor de Rivier 2.0. Met de gebiedsuitwerking brengen we het effect van de beleidskeuzes over hoog- en laagwater in de regio in beeld. Zo werken we aan nationale beleidskeuzes die in de regio uitvoerbaar zijn. Vanaf september nemen partijen met veel kennis over (plannen voor) het gebied deel aan werksessies. Daar worden scenario’s en voorlopige beleidskeuzes gepresenteerd, waar zij op kunnen reageren: hoe kansrijk zijn de beleidskeuzes? Welke onderwerpen of plannen kunnen meeprofiteren? Wat wordt lastig? In november worden alle bevindingen gebundeld in een eindrapport voor het ministerie.

Op 7 juli spraken de deelnemers over de kansen en zorgen die zij zien voor de gebiedsuitwerking en het gebied zelf. Ook maakten ze samen een tijdlijn met belangrijke gebeurtenissen voor het gebied en het waterbeleid. Hoe zijn we hier gekomen? Welke eerdere aanpakken waren succesvol? Termen die tijdens het startsymposium veel terugkwamen: “opgaven verbinden, alle belangen aan het woord, keuzes niet afschuiven, kennis benutten die er al is, ruimtelijke kwaliteit benoemen”.  

De urgentie werd in elk geval gevoeld. Naast hoogwater veroorzaakt laagwater steeds grotere problemen: voor scheepvaart, natuur en drinkwatervoorziening. Hoe moet het water in de toekomst over de riviertakken worden verdeeld? En wat betekent dat voor het ruimtegebruik? Dat zijn belangrijke vragen voor de gebiedsuitwerking. “Goed om daar samen verantwoordelijkheid voor te nemen”, aldus een van de aanwezigen. Renier Koenraadt van Rijkswaterstaat Oost-Nederland benadrukt het belang van de werksessies: “De kwaliteit van de gebiedsuitwerking hangt sterk af van de inbreng die regionale stakeholders tijdens werksessies leveren.”

De regio wordt opnieuw betrokken zodra definitieve beleidskeuzes in de loop van 2026 zijn gemaakt en maatregelen verder worden verkend en uitgewerkt.